Deze website is bedoeld voor ouders/verzorgers van kinderen die mogelijk een afwijkende/atypische/ontoereikende motorische en/of cognitieve ontwikkeling vertonen. De bedoeling van deze website is niet om een diagnose te stellen, maar om ouders/verzorgers aan te moedigen onmiddellijk medisch advies in te winnen en/of een relevante specialist te raadplegen.
In dit gedeelte vindt u informatie over waar u op moet letten en enkele voorbeelden van atypische bewegingen en gedragingen die uw kind kan vertonen. Denk eraan dat elk kind zich in zijn of haar eigen tempo ontwikkelt. Als hij of zij een vaardigheid nog niet heeft geleerd of onder de knie heeft, betekent dit niet dat hij of zij dat nooit zal doen.
Leg uw kind plat op de rug en trek het voorzichtig aan de armen recht naar een zittende positie.
TYPISCH Uw kind tilt het hoofd op, samen met het lichaam of het hoofd iets naar achteren.
ATYPISCH Uw kind heeft geen controle meer en het hoofd hangt naar achteren.
Deze test geeft informatie over de ontwikkeling van de spieren van uw kind. Het kan ook vroegtijdig inzicht geven in de ontwikkeling van de hersenen van uw kind en kan verband houden met de manier waarop uw kind in een bepaalde situatie omgaat met emoties en gedrag (ook wel zelfregulatie genoemd).
Houd uw kind rechtop rond de romp vast, met de voeten op de grond.
TYPISCH De benen van uw kind strekken zich uit om zichzelf staande te houden.
ATYPISCH Uw kind kan niet in evenwicht blijven op zijn of haar benen of zijn of haar benen dragen het niet wanneer het probeert te staan.
Vertragingen in de houdingscontrole kunnen in verband worden gebracht met het feit dat de spieren, kracht en coördinatie van uw kind zich niet naar behoren ontwikkelen. Dit kan soms duiden op een vertraging in de neurologische ontwikkeling en kan problemen veroorzaken met het leervermogen van uw kind.
Als uw kind kruipt of op zijn of haar billen schuifelt, zet hem of haar dan in positie en observeer/registreer zijn of haar beweging. Probeer zijn of haar aandacht te trekken, bijvoorbeeld met speelgoed.
TYPISCH Uw kind beweegt normaal naar u of het speelgoed toe.
ATYPISCH Uw kind probeert het, maar kan niet meer kruipen of het beweegt naar achteren. Uw kind kan nog steeds kruipen, maar zwaait, leunt of hinkt meer naar één kant.
Als uw kind heeft leren stappen, kijk dan hoe het zonder hulp stapt en registreer zijn of haar bewegingen in de loop van de tijd
TYPISCH Uw kind stapt normaal en wordt na verloop van tijd stabieler en zelfverzekerder als hij of zij zonder hulp stapt.
ATYPISCH Uw kind kan nog steeds stappen, maar zwaait, hinkt of leunt meer naar één kant tijdens het stappen.
De ontwikkeling van grove motorische vaardigheden, zoals kruipen en stappen, wordt geassocieerd met de ontwikkeling van communicatie op latere leeftijd. Een achteruitgang (niet in staat zijn om deze taken uit te voeren terwijl uw kind dat voorheen wel kon) is een indicatie van een neurologische ontwikkelingsachterstand of een onderliggende ontwikkelingsziekte.
Observeer uw kind tijdens de maaltijden.
TYPISCH Uw kind pakt het eten op of probeert het bestek/de beker in de mond te stoppen (ook al lukt dat niet). Uw kind pakt voedsel op met duim en wijsvinger.
ATYPISCH Uw kind heeft moeite met bestek gebruiken en drinken uit flessen of (drink)bekers. Uw kind kan het voedsel niet meer met de vingers pakken, maar gebruikt in plaats daarvan de handpalmen.
Een vertraging of verlies van fijne motoriek kan wijzen op een reeks onderliggende neurologische aandoeningen. Er is ook vastgesteld dat fijne motoriek de sociale en cognitieve vaardigheden bij jonge kinderen kan voorspellen.
Doe een activiteit of speel met speelgoed dat hij of zij leuk vindt.
TYPISCH Toont interesse, lacht en communiceert met u.
ATYPISCH Let niet op of huilt wanneer u probeert hem of haar bij het spel te betrekken.
Praat met uw kind, noem zijn of haar naam, glimlach en probeer oogcontact te maken.
TYPISCH Uw kind reageert, lacht ook en draait zijn of haar hoofd om oogcontact met u te maken.
ATYPISCH Uw kind lijkt niet geïnteresseerd, huilt of volgt uw stem of gezicht niet.
Een plotseling gebrek aan interesse in dingen die uw kind oorspronkelijk leuk vond, een verminderde focus of afwezig zijn, kunnen wijzen op een ontwikkelingsachterstand of achteruitgang.
Observeer, documenteer en deel uw zorgen met uw zorgverlener. Als uw kind eerder een van deze acties kon uitvoeren, maar dit nu niet kan, handel dan dringend.
U kunt een aantal dagboeken downloaden die u als hulpmiddel kunt gebruiken om de ontwikkeling van uw kind bij te houden en eventuele ongebruikelijke, zorgwekkende tekenen vast te leggen. Wij raden u aan regelmatig aantekeningen te maken en deze met uw zorgverlener te delen.
Als uw kind vaardigheden lijkt te hebben verloren die het voorheen onder de knie had, of als u zich zorgen maakt over zijn of haar ontwikkeling, moet u uw gedocumenteerde observaties dringend met uw zorgverlener delen voor verder onderzoek.
BE-NoP-2400001, November 2024
